In de lange geschiedenis van de Groninger kerken zijn veel mensen betrokken geweest. Van schrijnwerker en orgelmaker tot collator en predikant. Hier vind je een overzicht van personen met een historisch belang.
Evert Lewe (1590-1641) was een zoon van de Groninger burgemeester Johan Lewe. Hij trouwde in 1619 met Anna Coenders van Helpen, eveneens een kind van een burgemeester van de stad Groningen. Zij kwamen uit invloedrijke adellijke families en door hun huwelijk werden hun bezittingen bijeengevoegd. Daartoe behoorden onder meer de borgen Ewsum en Asinga te Middelstum, Asinga te Ulrum en Panser te Vierhuizen en het huis Ter Hansouw te Peize, het Bontehuis aan de Vismarkt te Groningen en de latere Lewenborg in Noorddijk. Evert Lewe bewoonde de Asingaborg te Ulrum. Veel adellijke families investeerden in de West-Indische compagnie, opgericht in 1621. In 1622 werd de Groningse afdeling van de WIC opgericht, de Kamer Stad en Lande. Van 1634 tot zijn verdrinkingsdood in 1641 was Evert Lewe daarvan bewindvoerder, een soort bestuurder. Hij had meer dan 10.000 gulden geïnvesteerd, een enorm vermogen. De investeringen van de WIC werden gebruikt om het Spaans-Portugese gezag over de kolonie Brazilië en de suikerplantages te bevechten. De overwinning op de Zilvervloot in 1628 gaf de WIC voldoende middelen om in die strijd succesvol te zijn. De Groninger jonkers en kooplieden zagen de zeer winstgevende WIC als cruciaal voor de welvaart van en prestige van Groningen. Vanaf de tweede helft van de 17e eeuw werd de slavenhandel de belangrijkste bron van inkomsten voor de WIC. Evert Lewe was ook collator van de kerk van Niekerk, die met zijn financiële steun in de jaren 1628 en 1629 ingrijpend kon worden verbouwd. Op een gedenksteen boven het portaal wordt vermeld dat hij leiding gaf aan de verbouwing en wordt de overwinning op de Zilvervloot in 1628 vermeld.
Zie ook
kerk Niekerk
Kerk open, kom binnen. Houd ze open en blijf ervan genieten.