Heiligen

De ouders van Hatebrand, Alundus en Tetta, waren boeren in Fivelgo, in de buurt van het huidige Holwierde. Hatebrand werd in Utrecht opgeleid tot priester en was als benedictijner monnik verbonden aan de Paulusabdij aldaar. Na de dood van zijn ouders ging hij terug naar Groningen. Hatebrand was waarschijnlijk aanhanger van de Armoedebeweging. Deze beweging ontstond in de twaalfde eeuw in de katholieke kerk en was gericht tegen het vergaren van rijkdom van de kerk en de daarmee gepaard gaande geestelijke armoede. Het klooster dat Hatebrand stichtte in Feldwerd hoorde bij deze beweging en het kloosterleven stond in het teken van tucht en armoede. In het begin trok dit veel mensen aan, maar later gaf dit ook veel spanningen. Het leidde zelfs tot een moordaanslag op Hatebrand, die hij overigens overleefde. In 1183 werd Hatebrand ingewijd als abt van het klooster Feldwerd, oftewel Oldenklooster bij den Dam, waarmee het klooster een officiële status kreeg en er ook recht gesproken werd. Met steun van het bisdom Münster stichtte Hatebrand een klooster in Thesinge en klooster Merehusum (nu Großenmeer) bij Oldenburg. Na zijn dood werd hij begraven in de kloosterkerk van Feldwerd. Omdat het klooster van Feldwerd na de Hervorming in verval raakte, werd het gebeente van Hatebrand in 1620 in het geheim naar Antwerpen gebracht. Daar werd het ondergebracht in de Sint-Salvatorabdij. In 2018 is een reliek van Hatebrand teruggevonden op de zolder van de Sint-Catharinakerk in Kortrijk-Dutsel.

Download
Uitgebreide levensbeschrijving

Verbonden SOGK-kerk(en)
Thesinge: Kloosterkerk